Dying Light: The Beast Review: Wraak, parkour en pure overleving in één

dinsdag, 21 oktober 2025 (15:13) - XGN.nl

In dit artikel:

Kyle Crane keert terug als geamputeerde prooi en wraakzuchtige jager in Dying Light: The Beast, een door Techland uitgewerkte uitbreiding die is uitgegroeid tot een volwaardige losse game. Oorspronkelijk bedoeld als DLC voor Dying Light 2, sleept dit hoofdstuk je naar een nieuwe post-apocalyptische zone — vaker vergeleken met het rauwe Harran dan het mediterrane Villedor — waar smalle straatjes, daken, torens en grotten uitnodigen tot klimmen, rennen en verkennen.

Het verhaal draait om Crane zelf: jarenlang door The Baron beproefd en deels verdoemd, is hij nu opgescheept met dierlijke krachten en gedreven door wraak. Die innerlijke strijd krijgt mechanische vorm in de nieuwe Beast Mode: een overdrive waarin Crane kortstondig enorme brute kracht vrijgeeft. Aanvankelijk oncontroleerbaar, wordt die kracht later tactischer inzetbaar, onder meer in eindgevechten en set-piece confrontaties.

Gameplay bouwt voort op wat de serie groot maakte: een scherpe dag-nachtcyclus, parkour als kernmechaniek en veelvuldige confrontaties met ondode hordes. Overdag lopen de zombies trager rond, ’s nachts verschijnen Volatiles — veel agressievere, sneller jagende vijanden die bij ontdekking ook andere zombies opjagen. Dat levert intense achtervolgingen op waarin de zaklamp vaak het enige zicht biedt. Veel spelers zullen dan ook de voorkeur geven aan de hoge lijnen: dakroutes vermijden drukke straten en maken verplaatsing veiliger en sneller.

Combat is losjes en ritmisch; Crane zwiept wapens zonder strikte lock-on. Timing beloont je met meerdere kills per klap, maar onnauwkeurigheid leidt snel tot overweldiging. Wapens slijten snel en reparaties vergen schaarse middelen, wat survivalkeuzes dwingender maakt — een ontwerpbeslissing waar niet iedereen fan van zal zijn. Voertuigen bieden snelle mobiliteit en brute force, maar trekken veel aandacht, hebben beperkte brandstof en raken beschadigd.

De kaart bevat achttien hoofdmissies en veel zij- en optionele content: safehouses, kluizen, geheime locaties en grotten met waardevolle loot. Visueel is de wereld donker, smerig en sfeervol; UV-licht speelt als tegenmiddel tegen de ondoden. Technisch kent de release echter nog wat haperingen: clipping, vijanden of objecten die in de lucht blijven hangen en af en toe extreem onhandige physics (zoals een gasfles die achterblijft nadat een voertuig weggereden is). Deze bugs bemoeilijken de ervaring soms, maar doorweken de spelstroom niet fundamenteel en lijken oplosbaar met patches.

Conclusie: Dying Light: The Beast levert een rauwe, snelle en verslavende mix van parkour en brutaliteit die zowel fans voldoening geeft als nieuwkomers een doeltreffende introductie tot de formule. De Beast Mode voegt narratieve en mechanische diepte toe, maar de fragiele wapens en technische oneffenheden temperen de perfectie. Eindscore in de review: 8,5.