Filmreview: Avatar: Fire and Ash brandt zijn eigen billen
In dit artikel:
Avatar: Fire and Ash zet het verhaal meteen voort na The Way of Water: de Sully-familie rouwt om Netheyam en zoekt op verschillende manieren houvast — van wraak en zelfvergankelijkheid tot troost in oude rituelen en het geloof in de moedergod Eywa. Dat geloof fungeert als drijvende kracht van de film en introduceert een nieuwe interne breuk onder de Na’vi: het Ash-volk onder leiding van Varang (Oona Chaplin) keert zich af van Eywa en ziet vuur als het zuivere, bevrijdende element van Pandora.
In de eerste twee uur scoort Fire and Ash: het werk is emotioneel, visueel betoverend en introduceert sterke nieuwe conflictlijnen en diepte bij enkele personages. De Dolby Atmos 3D-ervaring is een aanrader — Cameron levert opnieuw een bijna overweldigende audiovisuele ontsnapping met prachtige POV-shots en rijke flora en fauna die je het gevoel geven zelf op Pandora te zijn. Neytiri worstelt met een diepe haat jegens mensen; Kiri krijgt eindelijk meer zicht op haar bijzondere oorsprong en connectie met Eywa; en generaal Quaritch krijgt meer emotionele lagen, wat het begin lijkt van een mogelijke verhaallijn van verlossing.
De film raakt echter zijn beloften niet volledig waar. Het Ash-volk wordt overtuigend neergezet als bijzonder wreed — met schokkende taferelen zoals zelfmoordaanvallen en het afsnijden van connectiestaarten als trofee — en Varang heeft een fascinerend geloofs- en machtsmotief. Helaas wordt haar conflict met Neytiri en haar rol als tegenwicht tegen het geloof in Eywa te vaak verdrongen door de overbekende aartsvijandschap tussen Jake Sully en Quaritch. Varang fungeert daardoor vaak als zijplot-schurk in plaats van als fundamentele antagonist met echte impact.
Het meest opmerkelijke plotpunt — dat Spider, de menselijke ‘monkey boy’, zonder masker de lucht van Pandora kan inademen — opent een groot nieuw thema: de reële dreiging dat wetenschappelijke replicatie van zijn symbiose mensen in staat zou stellen Pandora te koloniseren. Dat had het begin kunnen zijn van een frisse focusschuiving naar identiteits- en geloofsstrijd tussen Na’vi-volken. In plaats daarvan schuift de film die potentie deels opzij om oude verhaallijnen rond de walvisachtige Tulkun en hun afschuwelijke exploitatie af te sluiten. Het laatste uur voelt daardoor als een herhaling van The Way of Water’s finale, waardoor de derde akte weinig origineels toevoegt en het tempo daalt.
Ook op schrijfvlak zijn er steken: romantische lijnen die eerder werden aangezet (Lo’ak en Tsireya) krijgen te weinig vervolg, terwijl Lo’ak een abrupt en ongelukkig uitgevoerde zelfmoordpoging krijgt die niet goed ingeleid lijkt. Spider’s puberale bijdehandheid schuurt soms met de ernst van de scènes en neigt naar moderne jongensachtige humor die niet altijd past. Daarnaast lijkt het alsof meerdere schrijvers moeite hadden om samenhangend te blijven: bekende thema’s uit vorige films worden herhaald in plaats van verlegd of verdiept.
Kortom: Fire and Ash is een visueel spektakel en heeft sterke momenten qua karakterontwikkeling en wereldopbouw, maar laat kansen liggen in de narratieve uitvoering. Varang en de geloofscrisis bieden een boeiend uitgangspunt dat onvoldoende wordt uitgespeeld omdat het duel Jake–Quaritch de prioriteit krijgt. Wie de film in Dolby Atmos 3D ziet, krijgt de meest indrukwekkende ervaring; wie hoge verwachtingen heeft van vernieuwing in verhaal en thematiek kan teleurgesteld raken.
De film draait vanaf 19 december in Nederlandse bioscopen. Er blijft hoop voor deel vier, mits James Cameron en zijn team werkelijk durven te vernieuwen: minder herhaling, moed om hoofdpersonages echt op te offeren en het lef om de focus te verleggen naar de nieuwe onderwerpen die Fire and Ash aanraakt — zoals de bedreiging van menselijke toegang tot Pandora en de interne strijd tussen Na’vi-groepen.