Review | Dying Light: The Beast
In dit artikel:
Kyle Crane keert terug als protagonist in Dying Light: The Beast, een nieuwe volledige game van Techland die 13 jaar na de gebeurtenissen van het eerste deel speelt. Crane wordt ontvoerd door een zelfverklaarde "Baron" die op hem experimenteert, waardoor Crane af en toe in een beestachtige, razende staat terechtkomt. Na een ontsnapping komt hij via een mysterieuze vrouw, Lydia, terecht in een verlaten klooster dat als tijdelijke basis fungeert. Het verhaal ontvouwt zich in Castor Woods, een nieuwe, sfeervolle regio in de Zwitserse Alpen met een mix van compacte binnenstad, luxe buitenwijken, platteland, moerassen, bossen en grotten — een gebied dat qua grootte en speelstijl doet denken aan Harran uit het origineel.
Gameplay en design leggen de nadruk op de klassieke Dying Light-formule: parkour, agressieve melee-combat en een strakke dag-nachtcyclus. De binnenstad nodigt uit tot klauteren en verkennen; buitengebieden kun je deels per truck bewerken en later gebruik je een grijphaak om door de boomtoppen te slingeren — weliswaar met af en toe wat onhandige besturing. Castor Woods zit vol activiteiten: verhaalmissies, zijopdrachten, veilige zones, stroompunten, geheimen en de zogenoemde Dark Zones — zwaar geïnfecteerde gebouwen waar zeldzame grondstoffen en waardevolle blauwdrukken te vinden zijn.
De nacht is een stuk dodelijker dan in eerdere delen. Volatile-achtige vijanden komen tevoorschijn en met een tekort aan UV-schilden is nachtelijk onderzoek een angstaanjagende uitdaging, zelfs met topwapens en -uitrusting. Combat is bruter en gewichtiger dan ooit: veel variatie in wapens, flinke gore-animaties en een bevredigende gevoelsmatige impact bij elk wapen. Nieuw is de Beast Mode: een meter bouwt op tijdens vuurgevechten; wanneer vol schakel je tijdelijk over in een woedeachtige toestand waarin je met vuisten en speciale aanvallen monsters kunt verscheuren. Ook zijn er Chimera-bazen — superzombies met unieke vaardigheden — die extra uitdaging bieden.
Ontwikkelingsgeschiedenis: The Beast begon als DLC voor Dying Light 2, maar groeide tijdens ontwikkeling uit tot een volwaardige titel. Eigenaren van de Ultimate Edition van deel 2 krijgen gratis toegang. Hoewel het spel in vrijwel elk opzicht overtuigt en voor veel fans meer als een spirituele Dying Light 3 voelt, kampt het met technische ongerechtigheden: vastlopende quests, glitches waarbij personages onder de kaart belanden, en een enkele keer visuele corruptie. Deze problemen vereisten soms een herstart, maar waren volgens de reviewer niet gamebrekend.
Conclusie: ondanks technische oneffenheden is Dying Light: The Beast een sterk terugkeer naar de roots van de franchise — bloederig, veelomvattend en vermakelijk — en voor liefhebbers van het originele spel een absolute aanrader. De reviewer besteedde ongeveer 33 uur aan Castor Woods en noemt het tot nu toe het beste deel in de reeks.