Volgens de voormalige baas van PlayStation hadden de gameprijzen met elke nieuwe generatie moeten stijgen
In dit artikel:
Shawn Layden, voormalig CEO van PlayStation, zegt in een interview met GamesIndustry.biz dat de game-industrie in de knel zit omdat de verkoopprijzen van games de laatste twintig jaar vrijwel gelijk zijn gebleven terwijl ontwikkelkosten explosief zijn gestegen. Layden, die leiding gaf tijdens het PS4-tijdperk, stelt dat prijzen per consolegeneratie stapsgewijs omhoog hadden moeten gaan zodat uitgevers en studio’s hun marges konden behouden.
Hij wijst erop dat moderne AAA-producties vaak meer dan 200 miljoen dollar kosten om te maken; om die investeringen rendabel te maken zou een titel rond de 25 miljoen verkochte exemplaren moeten halen — iets wat volgens hem alleen realistisch is voor zeldzame succesverhalen zoals Rockstar. “Ik denk dat het komt omdat iedereen bang is,” zegt Layden over het collectieve verzet tegen het verhogen van de basisprijs uit angst klanten te verliezen. Daardoor moeten veel titels enorme verkoopvolumes realiseren om überhaupt uit de kosten te komen.
Als alternatief hebben uitgevers de afgelopen jaren steeds meer vertrouwen gelegd in microtransacties, season- en battlepasses en dure deluxe-edities om extra inkomsten te genereren zonder de instapprijs structureel te verhogen. Layden ziet dat als een gedeeltelijke oplossing maar benadrukt dat het onderliggende probleem — te hoge ontwikkelkosten versus te lage vaste verkoopprijzen — nog steeds bestaat en de sector kwetsbaar maakt voor grote financiële risico’s.